Grafeen (flinterdunne koolstoflaagjes) zorgt er in de toekomst mogelijk voor dat het internet supersnel kan werken.
Grafeen kan volgens de UAntwerpen het glasvezelinternet op termijn wellicht enorm versnellen. Dat zou de groei van het ‘Internet of Things’, waarbij steeds meer toestellen verbonden worden met het internet, flink kunnen stimuleren.
‘We hebben een nieuw fenomeen ontdekt dat fiberinternet veel sneller kan maken’, aldus Ben Van Duppen (UAntwerpen). ‘Grafeen is het dunste materiaal ter wereld en is zeer goed in het spelen met laserlicht. Dankzij grafeen kunnen we dat laserlicht aansturen met een snelheid die tienduizend keer hoger ligt dan mogelijk is met traditionele technieken.’
De UAntwerpen werkt hiervoor mee aan een onderzoek van het National Graphene Insitute uit het Britse Manchester. De onderzoekers gebruiken grafeen om lasers met elkaar te vermengen, en zo kan je bits en bytes van de ene laserbundel op de andere overdragen. Hierdoor kan je internetsignalen maken die duizenden keren meer informatie bevatten dan mogelijk is met de elektrische technieken die men vandaag gebruikt voor fiberinternet.
Economische impact universiteiten
Voor de allereerste keer werd ook de economische impact van de Vlaamse universiteiten onderzocht. BiGGAR Economics becijferde dat de universiteiten voor elke euro die de overheid aan hen besteedt, 6 euro bijdragen tot de Vlaamse economie. ‘Deze cijfers bewijzen dat de overheid meer vertrouwen moet hebben in de universiteiten’, reageert Herman Van Goethem, voorzitter van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR).
Met hun 32.000 medewerkers en 125.000 bachelor- en masterstudenten nemen de universiteiten een wezenlijke plaats in de Vlaamse maatschappij in. De overheid zorgt voor een uitgebreide werkingstoelage (‘de eerste geldstroom’) en financiert ook fondsen voor fundamenteel en toegepast onderzoek (‘de tweede en derde geldstroom’). Maar hoe groot is de return die Vlaanderen en bij uitbreiding Europa krijgt? Lukken de universiteiten er in om meer terug te geven aan de maatschappij dan dat ze van die maatschappij krijgen?
Het onafhankelijke onderzoeksbureau BiGGAR Economics ging aan de slag, op vraag van de VLIR. Het bureau, gevestigd in Schotland, werkt met een methodologie die ook gebruikt wordt door de Europese Unie. BiGGAR Economics berekende reeds de economische impact van een vijftigtal individuele universiteiten en van enkele koepels, zoals die van de Nederlandse medische universitaire centra.
Wetenschapsparken
De vijf Vlaamse universiteiten krijgen samen ongeveer 1,6 miljard euro aan werkingstoelagen van de Vlaamse overheid. Uit de analyse van het onderzoeksbureau blijkt dat de universiteiten voor 9,8 miljard euro Bruto Toegevoegde Waarde aan de Vlaamse economie bijdragen. De impactratio bedraagt dus 1 op 6.
De impact van de universiteiten beperkt zich uiteraard niet tot Vlaanderen alleen. De vijf Vlaamse instellingen zijn samen goed voor een Bruto Toegevoegde Waarde van 12 miljard euro op Europees vlak (Vlaanderen dus incluis). In Europa creëren ze 121.800 jobs. In Vlaanderen alleen wordt het aantal jobs geschat op 91.800. ‘Veel van die jobs ontstaan dankzij de acht wetenschapsparken en de twaalf incubators van de universiteiten’, stelt VLIR-voorzitter Herman Van Goethem (rector UAntwerpen). ‘Met die initiatieven geven de universiteiten onderzoekers en ondernemers de kans te groeien.’