Op 2 juli werden er ijkingstoetsen voor verschillende opleidingen afgenomen op de campussen van de Universiteit Antwerpen, de Universiteit Gent, de KU Leuven en de Vrije Universiteit Brussel.
In totaal 1.015 jongeren namen deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur. Voor het eerst is deelname aan deze toets verplicht voor wie de opleiding burgerlijke ingenieur wil starten in september. Inmiddels kregen alle deelnemers van de ijkingstoets burgerlijk ingenieur hun resultaten toegestuurd. En die zijn mooi: 55 % slaagde met een gemiddelde van 10,07/20. Deze cijfers liggen in het verlengde van het slaagpercentage van de voorbije edities, toen de toets nog niet verplicht was.
Het aandeel meisjes zit in de lift: 20% van de deelnemers is vrouwelijk, terwijl dat momenteel bij aanvang van de opleiding slechts 15% bedraagt. De universiteiten zijn blij met de eerste resultaten van de ijkingstoetsen. Door het verplichte karakter hebben veel meer jongeren zich voorbereid en gemotiveerd getoond. Dat is positief als je weet dat jongeren die geen ijkingstoets aflegden in het verleden, gemiddeld lager scoorden tijdens de opleiding zelf.
Via een instellingsneutraal “dashboard” krijgen de deelnemers zicht op hun globale score. Daarnaast krijgen ze voor elke individuele vraag meer detailinformatie (zoals het gegeven antwoord, het juiste antwoord en de antwoorden van andere studenten). Het dashboard toont niet alleen gegevens over de ijkingstoets maar ook de signalen vanuit het secundair onderwijs (percentage wiskunde en advies klassenraad) en leer- en studeervaardigheden (concentratie, tijdbeheer, motivatie). Ook deze factoren zijn belangrijk voor het studiesucces in het eerste jaar. Deze demo geeft een impressie van het dashboard: https://feedback.ijkingstoets.be/11-ir.stela (feedbackcode: 11ir0demo).
De ijkingstoetsen hebben tot doel het studiekeuzeproces bij de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs te versterken. Op basis van het resultaat en de feedback weten de deelnemers of ze goed voorbereid aan de start komen, of ze hun kennis en vaardigheden best verder aanvullen via een zomercursus, of dat een andere studiekeuze aangewezen is. Deelnemers kunnen voor bijkomende feedback ook steeds terecht bij de deelnemende universiteiten.