Vlaanderen investeerde in 2016 een recordbedrag van 6,7 miljard euro in onderzoek en ontwikkeling.
Dat investeringsbedrag is goed voor 2,7 procent van ons bruto binnenlands product (bbp), de waarde van alle goederen en diensten die in Vlaanderen worden geproduceerd. De Vlaamse regering hoopt haar streefdoel te halen en tegen 2020 3 procent van het bbp in onderzoek en ontwikkeling te investeren.
De 6,7 miljard euro aan investeringen waren zowel bestemd voor fundamenteel academisch onderzoek als voor de ontwikkeling van hoogtechnologische producten in bedrijven. Vlaanderen doet het met deze 2,7 procent een flink pak beter dan het Europese gemiddelde van 1,94 procent.
Onderzoeker Koen Debackere stelde vast dat de inspanning van de overheid in Vlaanderen in 2016 steeg tot 0,84 procent van het bbp. Tien jaar eerder was dat nog 0,59 procent. De inspanning van de privésector steeg tot 1,86 procent. Vooral de chemie, de farma en de ICT investeren traditioneel veel in onderzoek en ontwikkeling.
In 2017 besliste de Vlaamse regering al jaarlijks 195 miljoen euro extra te investeren in wetenschappelijk onderzoek en innovatie, waardoor het budget nu 758 miljoen euro bedraagt. Het is de bedoeling bij de begrotingsopmaak in september opnieuw een groot bedrag vrij te maken. Volgens de krant De Tijd is er sprake van 280 miljoen euro.
De Vlaamse investeringen in innovatie leiden ook tot extra jobs. In 2006 werkten 36.000 mensen in onderzoek en ontwikkeling, tien jaar later meer dan 50.000. Dat is dubbel zoveel als in de land- en tuinbouwsector en meer dan de helft van het aantal jobs in de voedingsindustrie.