In een opinie schrijf advocaat Pieter Willems van Tuerlinckx Tax Lawyers dat corona ook het nieuwe Belgische vennootschapsrecht besmet.
Advocaat Pieter Willems (foto) kaart aan dat de overgang naar een nieuw vennootschapswetboek qua timing bijzonder ongelukkig valt nu het coronavirus zo'n grote economische impact heeft.
Beeld u in. U gaat op zakenreis. Wanneer het vliegtuig de bestemming nadert, blijken alle piloten geïnfecteerd door COVID-19 waardoor het vliegtuig stuurloos wordt. Door het lot belandt u achter de stuurknuppel omdat u net een drone kocht en u bijgevolg ‘vliegervaring’ heeft. Geen nood, iedere luchtvaartmaatschappij zorgt voor een volledige handleiding aan boord. Alle commando’s staan erin. Maar als u buiten kijkt, stormt het …
Terug naar de realiteit van de dag. De ondernemer wordt momenteel zwaar getroffen. Geen sector die eraan ontkomt. Of het nu gaat om eenmanszaken, KMO’s of grote ondernemingen. Iedereen is geïnfecteerd. En net zoals in het menselijk lichaam nestelt het virus zich in een van de meest vitale organen. Het pleegt een aanslag op de cash en de bijhorende cashflow. Gezonde ondernemingen hebben veel wensen, een zieke onderneming slechts één: liquiditeit.
En wat wil de ironie van het lot? Net nu de storm de kop opsteekt, moeten bestuurders van vennootschappen voor het eerst een jaarrekening opstellen onder de verplichtingen van het nieuwe vennootschapsrecht.
Vereenvoudiging en korter bij de economische realiteit, zijn de credo’s van het nieuwe wetboek. Dat geldt nog het meest voor haar paradepaardje, de BV. Daarbij is afscheid genomen van “het kapitaal” als beschermingsmechanisme voor schuldeisers. In plaats daarvan moeten de bestuurders permanent garanderen dat er voldoende liquiditeit – lees “cash” en “cashflow” – voorhanden is om netjes de lopende verplichtingen na te komen.
De timing kon niet slechter gekozen worden. De jaarrekeningen 2019 worden nog afgesloten in de kapitaal-benadering. Maar de bescherming van de schuldeisers geschiedt reeds onder de liquiditeitsbeproeving. Daardoor valt dus te vrezen dat de bestuurders en hun adviseurs zich zullen verliezen in de overgangsbepaling van het nieuwe wetboek.
Wie liquiditeit zegt, komt in het nieuwe vennootschapsrecht terecht bij de gloednieuwe uitkeringstest en dito alarmbelprocedure. Deze verplichting is in de huidige omstandigheden verpletterend. De bestuurders moeten rekening houdend met de meest actuele cashflowprognoses, garanderen dat de vennootschap de schulden over de volgende 12 maanden kan betalen. Indien deze liquiditeitstest negatief uitvalt, mag alvast geen dividend, tantième of enige andere winstuitkering geschieden.
Als er uit de BV in de komende tijd dergelijke uitkeringen worden verricht, zullen er zorgen zijn. Want aandeelhouders kunnen verplicht worden deze terug te betalen en bestuurders riskeren zelfs een persoonlijke aansprakelijkheid wanneer ze een verkeerde inschatting maken.
Wat in florissantere tijden een rechtvaardige toetssteen is om de aansprakelijkheid van bestuurders te beoordelen, blijkt in een extreme crisissituatie dat allerminst te zijn. Want welke bestuurder kan zich vandaag met de hand op het hart sterk maken dat zijn onderneming in de komende 12 maanden niet in betalingsproblemen zal komen? Het wordt qua eigen vergoeding(en) een mager jaar voor ondernemers!
Terwijl het net de bedoeling was om de inwerkingtreding van het nieuwe vennootschapsrecht zo veel mogelijk te faseren en het een zachte landing te gunnen, blijkt dit vandaag een rampscenario. De ondernemer en zijn adviseur zitten in de cockpit van een vliegtuig dat tegen kruissnelheid aan de grond moet worden gezet. Met een piloot zonder voorkennis en die zelfs niet de kans heeft gehad ervaring op te doen. Is het niet tijd het roer om te gooien en de bestuurders en ondernemers de vrijheid te gunnen hun kist aan de grond te laten zetten zonder zwaard van Damocles boven het hoofd?
Pieter Willems, advocaat bij Tuerlinckx Tax Lawyers