Selecteer de taal

  • facebook logo
  • linkedin logo
  • twitter logo

Hier leest u het volledige interview met Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts.

  • Wat wordt er concreet gedaan om het minimum kennisniveau in alle deelaspecten van STEM te garanderen? Moeten er niet meer kwaliteitseisen gesteld worden aan de leraars die deze vakken willen geven?

De eerste graad moet objectief oriënteren. Het is daarom belangrijk dat er voldoende mensen aanwezig zijn met ervaring in TSO, BSO en KSO. Als ASO’ers domineren, dreigt soms het gevaar dat leerlingen minder geneigd zullen zijn om te kiezen voor TSO-, BSO- of KSO-richtingen. 

Dit is wel niet zo eenvoudig te verhelpen. Een ideale mix is moeilijk te realiseren. Maar het gaat bijvoorbeeld ook over infrastructuur: in traditionele ASO-scholen is er vaak weinig of geen apparatuur die geschikt is voor de T en de E uit STEM.  We besteden wel steeds meer aandacht aan STEM in het volledige onderwijs: in alle types én ook in de lerarenopleidingen. Met de uitrol van duaal lesgeven geven we ook meer mensen uit de praktijk, bv. uit de industrie, de kans om voor een klas te komen staan.

  • Moet de overheid meer stimulansen voorzien om leraars op te leiden? 

Vlaanderen heeft nog veel te weinig een cultuur van levenslang leren. We beschouwen ons diploma hoger onderwijs vaak als het eindpunt: alsof het leerproces stopt bij het ‘afstuderen’. Er moet – en dit geldt voor alle Vlamingen – veel meer een attitude komen van levenslang blijven bijleren. Er moeten ook meer korte en flexibele trajecten beschikbaar zijn om dat mogelijk te maken. 

Leerkrachten moeten meer kansen krijgen om zich verder te professionaliseren en directies moeten ook met hen in gesprek gaan om na te gaan of ze extra leerkansen moeten krijgen om nog beter te kunnen presteren in hun voortdurend veranderende job.Het aantal leerkrachten dat rechtstreeks opgeleid wordt om STEM-vakken te doceren, moet worden opgedreven en zij moeten niet alleen hun eigen sub-vak beheersen maar de hele STEM-dimensie aankunnen. Daarnaast moeten we dus meer leerkrachten aantrekken die ervaring opgedaan hebben in het bedrijfsleven. Zij moeten afdoende verloond worden maar ook pedagogisch geschoold worden. Het nieuwe spoor van de hybride leerkracht – deels in onderwijs en deels in het bedrijfsleven werkend - zal zeer binnenkort ook praktijk worden. 

Leerkrachten moeten de kans krijgen zich op vele manieren te professionaliseren. Contextueel leren is sowieso aangewezen. Voor STEM-leraars mag dat vaak gebeuren in bedrijfscontexten. Wij geloven ook dat de RTC’s – straks overkoepeld door een Vlaams STEM-centrum waarin ook de economie participeert – terzake een zeer grote rol kunnen spelen.

  • Waarom werd deze keuze gemaakt? Waarom werden dergelijke kritieken niet gehoord? 

Algemene vakken zijn in alle onderwijstypes noodzakelijk, maar ze moeten op een aangepaste manier gegeven worden. In het BSO en TSO moet de algemene kennis aansluiting vinden bij de technische kennis. Als algemene vakken gegeven worden zoals in het ASO, dan worden ze natuurlijk ervaren als ‘onnuttig’ door leerlingen en leerkrachten die eerder op ‘doen’ gericht zijn. Maar waarom zou je bijvoorbeeld Engels niet kunnen aanleren aan de hand van technische handleidingen of instructiefilmpjes in deze taal? De algemene kennis kan perfect ingebed worden in een meer technische opleiding. Dat is “contextueel leren”. 

Overigens vraagt het bedrijfsleven geen pasklare krachten die alleen maar technische vaardigheden hebben, want die kennis kan snel verouderd zijn. Onze economie heeft vooral nood aan jongeren met een sterke basis en de attitude om levenslang te blijven bijleren. 

  • Vindt de minister dit een goed idee? Waarom wel/niet?

Dat is de idee van de domeinschool. Je kan ook mikken op het bijeenbrengen van alle richtingen. Dan spreken we van campussscholen. Een groeiend aantal scholen kiest voor een van die twee modellen, vaak naargelang de ruimte die ze beschikbaar hebben. Als minister wil ik scholen hierin geen keurslijf opleggen. Verschillende scholen die verschillende keuzes maken, kunnen net een verrijking zijn. 

  • Wordt dit type systeem effectief bekeken? Zijn er acties om duaal leren te stimuleren/ in te voeren?

Ja, duaal leren zal uitgebreid worden naar het hoger onderwijs. Dit voornemen is opgenomen in het Vlaams Regeerakkoord en in de beleidsnota’s Onderwijs én Werk. Er zijn een aantal ESF-projectenwaarin dit concreet wordt uitgetest binnen proeftuinen.

Het al dan niet inrichten van werkplekleren, de inhoud en de duurtijd ervan behoren tot de autonomie van de instellingen. 

Binnen de graduaatsopleidingen is werkplekleren trouwens nu al een verplicht deel van het curriculum. Het aandeel werkplekleren moet in een graduaatsopleiding minimaal 1/3 van de omvang van de opleiding uitmaken. 

Werkplekleren/ duaal leren is een werkvorm die volop uitgediept wordt en waar verschillende instellingen op verschillende niveaus actief mee aan de slag zijn. Het blijft echter behoren tot de bevoegdheid van elke instelling/ opleiding om de ‘ideale’ combinatie van werkvormen passend bij een curriculum om domeinspecifieke leerresultaten te behalen, vorm te geven.

  • Moet dit kredietsysteem niet dringend op de schop, of op zijn minst een pak strenger?

We moeten de studie-efficiëntie in het hoger onderwijs inderdaad verbeteren. Verloren studiejaren kosten te veel tijd en geld, zowel voor de student zelf, als voor de hele samenleving. We maken werk van een betere oriëntering én een snellere heroriëntering, zodat studenten niet terecht komen of te lang blijven hangen in een richting die niet voor hen is. We hebben al gezorgd voor meer verplichte ijkingsproeven en samen met de instellingen van het hoger onderwijs bekijk ik hoe en waar er nog meer van dat soort ijkingsproeven kunnen komen. Ik wil ook een verplichte remediëring koppelen aan de resultaten van die ijkingsproeven. 

We zijn volop informatie aan het verzamelen over studievoortgang en studie-efficiëntie in verschillende richtingen en aan verschillende instellingen, zodat we echt een gericht beleid kunnen voeren. Ook hier geldt evenwel dat de universiteiten en hogescholen binnen hun eigen autonomie – bijvoorbeeld via hun interne examenreglement – heel wat maatregelen kunnen nemen om een goede studievoortgang te bewaken. 

 

 

Inschrijven nieuwsbrief

Streep NL
Streep NL
Streep NL

Content Partners

logoIMmetrand

INDUMOTION

InduMotion vzw is de Belgische vereniging van fabrikanten, invoerders en verdelers van diensten en materiaal voor …

Lees meer ...

 

 

 

Partners

logopagina