Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts heeft een omvattend plan klaar om virtuele realiteit uit te rollen in technische en beroepsscholen.
Het gaat om een investering van 6,5 miljoen euro in de verschillende aspecten van de transitie naar meer virtual, augmented of mixed reality in de klaslokalen van het arbeidsgericht onderwijs.
Ten eerste moeten de BSO- en TSO-scholen toegang hebben tot de nodige hardware zoals VR-brillen. De 5 Regionale Technologische Centra in elke provincie krijgen een budget om dit materiaal aan te kopen en gratis uit te lenen aan scholen. Ten tweede moet er ook voldoende aangepaste software zijn om te kunnen gebruiken in de les. Bestaande software wordt verzameld en er wordt een budget vrijgemaakt om nieuwe software te ontwikkelen, op maat van BSO- en TSO-opleidingen. Ten derde moeten de vakleerkrachten ook ondersteund worden om aan te slag te gaan met VR. Daarom wordt er ook geïnvesteerd in begeleiding en professionalisering. 'We hebben nu nog een achterstand in VR, maar met dit plan buigen we die achterstand om in een voorsprong', zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. 'Zo maken we het BSO en TSO nog moderner, rijker en aantrekkelijker.'
Toepassingen in virtuele realiteit zijn vandaag relatief zeldzaam in beroeps- en technische scholen, terwijl ze uitgerekend in het arbeidsmarktgericht onderwijs een énorm potentieel hebben. Leerlingen van het BSO en TSO kunnen met een VR-bril bijvoorbeeld kennismaken met de allernieuwste assemblagetechnieken, levensechte brandoefeningen doen of leren hoe je een pijpleiding last onder water. VR dompelt leerlingen onder in situaties die in een gewoon klaslokaal onmogelijk of zelfs gevaarlijk zouden zijn. Scholen moeten minder peperdure machines aankopen, want in VR kunnen leerlingen oefenen met alle gloednieuwe en zeer geavanceerde toestellen. Als een leerling een fout maakt in virtuele realiteit, dan is er bovendien geen enkele echte machine kapot. Leerlingen kunnen situaties ook beleven door de ogen van iemand anders, zodat ze meer begrip krijgen voor bepaalde handelingen. VR maakt zelfs de meest abstracte concepten zichtbaar, zodat leerlingen de leerstof sneller én beter verwerken. Kortom, de voordelen zijn legio.
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts heeft nu een omvattend actieplan klaar om virtuele realiteit vanaf volgend schooljaar (2022-2023) uit te rollen in alle technische en beroepsscholen. In totaal investeert Vlaanderen 6,5 miljoen euro in alle verschillende aspecten van de transitie naar meer virtual, augmented of mixed reality in de klaslokalen van het arbeidsmarktgericht onderwijs. Ten eerste hebben BSO- en TSO-scholen hardware zoals VR-brillen nodig. Om te vermijden dat elke school deze investering zelf moet doen, zullen de 5 Regionale Technologische Centra (RTC’s) in elke provincie dit materiaal aankopen.
De RTC’s zullen dan fungeren als uitleendienst waar BSO- en TSO-scholen kosteloos terechtkunnen. Ten tweede moet er ook voldoende aangepaste software zijn op maat van de BSO- en TSO-leerlingen en hun opleiding. De Thomas More Hogeschool zal de bestaande software inventariseren, beoordelen op kwaliteit en ter beschikking stellen van de RTC’s. Er worden ook middelen vrijgemaakt voor een oproep om nieuwe software te ontwikkelen, op maat van onze BSO- en TSO-scholen. Ten derde moet iedereen goed kunnen werken met al die nieuwe hardware en software. Er worden daarom ook middelen voorzien om vakleerkrachten, technische adviseurs, coördinatoren en medewerkers van de RTC’s op te leiden, zowel met hapklare fiches als met meer uitgebreide nascholing.
Agoria Vlaanderen moedigt de extra investering aan. 'Het is meer dan ooit noodzakelijk dat jongeren en studenten kunnen werken met nieuwe technologie', zegt algemeen directeur Jolyce Demely. 'Vlaamse Edtech providers toonden reeds de meerwaarde van het gebruik van extended reality in het technisch en beroepsonderwijs. Onlangs nog trokken een dertigtal Vlaamse Edtech bedrijven naar het mekka van Edtech, de BETT-beurs in Londen, waar de mogelijkheden van nieuwe technologieën voor beroeps- en technisch onderwijs werden verkend en toegepast. Dat Vlaanderen nu ook voluit gaat voor schaalbare gesimuleerde leeromgevingen is een noodzakelijke stap in het toekomstbestendig maken van het onderwijs.'