Driekwart van de industriële bedrijven in de regio Antwerpen en het Waasland werkt al met wetenschappelijk onderbouwde doelen om klimaatneutraal te zijn tegen 2050.
En bij de helft ervan is de reductie van CO2 meegenomen in de beoordeling van de bedrijfsprestaties. In sommige gevallen is ook de bonus van het topmanagement eraan gekoppeld. Dat zijn enkele opvallende vaststellingen uit de vierde internationale benchmarkstudie van Voka - Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland. Die werd deze week voorgesteld op het industrie-event Industry on Stage.
Aan de hand van een vergelijking met buitenlandse productiebedrijven, verzamelt het Industrieforum van Voka - Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland sinds 2017 aandachtspunten en opportuniteiten voor de industriële sites uit de Antwerps-Wase regio.
‘Met de Europese Green Deal in het achterhoofd, hebben we dit jaar de focus gelegd op de transitie naar een koolstofarme industrie. We vergelijken onze industrie met vijftig zeer grote internationale bedrijven uit Latijns-Amerika, de Verenigde Staten en Europa', zegt Nadia Werkers, manager Industrie bij de Kamer.
Zestig industriële bedrijven in de Antwerps-Wase regio, waarvan 28 kmo’s en 32 grote tot zeer grote productiesites, hebben aan de studie hun medewerking verleend. Op zeven kmo’s na hebben alle deelnemers al duidelijke doelstellingen om tegen 2050 de klimaatneutraliteit te bereiken. Hiermee scoort de industrie in de Antwerps-Wase regio beduidend beter dan de internationale benchmark. Over de oceaan werkt de meerderheid van de bedrijven nog zonder doelstellingen of heeft ze die niet dusdanig wetenschappelijk onderbouwd.
‘De reductie van de CO2-uitstoot is in de helft van de bedrijven bovendien al een standaardindicator voor de bedrijfsprestaties. In meer dan een op de tien bedrijven heeft die zelfs een directe impact op de bonus van het topmanagement. Door ook de ecologische voetafdruk van energiebronnen mee te nemen in de klimaatneutrale ambities, legt de Antwerps-Wase industrie trouwens ook hier weer de lat weer bijzonder hoog in vergelijking met de internationale concurrentie’, stipt Nadia Werkers aan.
Investeringen en innovatie
Ook voor hun innovaties houdt 93 % van de bevraagde bedrijven rekening met de CO2-voetafdruk. Voor 10 % van de bedrijven is het verkleinen van de CO2-voetafdruk zelfs de hoofddoelstelling bij elke innovatie. Dan gaat het in de meeste gevallen om elektrificatie met hernieuwbare energie, gevolgd door de omschakeling naar waterstof en andere duurzame moleculen. Daarna komen gebruik of opslag van koolstof en biogas. Meer dan de helft van de bevraagde bedrijven spendeert ook meer dan 5 % van hun investeringsbudget aan CO2-reductie. Bij de grote bedrijven ligt dit percentage vaak nog hoger, terwijl dit aandeel in de internationale benchmark veeleer onder de 5 % blijft.
‘Onze industrie scoort over het algemeen beter dan de internationale benchmark. Maar als we die positie willen behouden en ook nieuwe koolstofarme investeringsprojecten willen aantrekken, moeten we continu beter scoren dan de ons omringende landen. Hier kan onze overheid mee het verschil maken, door de focus te leggen op het stimuleren van investeringen in projecten voor koolstofreductie, de productie van hernieuwbare energie en infrastructuur voor energie en duurzame moleculen. Dit vraagt een wetgevend kader en noodzakelijke financiële ondersteuning, zeker voor de overgangsperiode waarin zowel nieuwe als uitgefaseerde technologieën niet de efficiëntie halen die nodig is om rendabel te zijn’, concludeert Nadia Werkers.